Ida Dequeecker en Olave Nduwanje over de strijd voor vrouwenrechten
24 oktober 2018, MO*
Op papier zijn we allemaal gelijk aan elkaar, in de praktijk blijkt het niet altijd zo eenvoudig. Feminisme blijft nodig, al gaat de strijd vandaag meer over ongelijkheid aanpakken dan alleen vrouwen gelijkschakelen aan mannen. We spraken hierover met Olave Nduwanje en Ida Dequeecker die onlangs in het Vlaams-Nederlands Huis deBuren te gast waren voor een gespreksavond over feminisme.
Olave Nduwanje kunnen we onmogelijk in één hokje stoppen. Ze is schrijfster, politica, juriste, feministe, non-binaire trans vrouw, queer, migrant, veganist en nog veel meer.
Nduwanje voert een feministische strijd, maar blijft daarbij kritisch voor andere vormen van ongelijkheid in onze samenleving. Afkomstig uit Burundi, kijkt ze met een scherpe bril naar wat in haar thuisland Nederland, en in buurland België, beter kan. Ze vindt het historisch maar vreemd dat de acceptatie van trans mensen wordt geframed als iets westers en racisme wordt voorgebouwd op het idee dat zwarte mensen trans mensen niet accepteren.
Het besef dat vrouwen in onze samenleving nog steeds niet als gelijken van mannen worden gezien, beïnvloedde ook haar coming out als trans vrouw: ‘Ik internaliseerde al langer ideeën van vrouwelijkheid. De stigmatisering daarvan, zoals het moeten verontschuldigen omdat je even emotioneel bent, heeft mij mee gevormd. Het speelde een rol in het omarmen en uitdragen van mijn vrouwelijkheid. Voordien wist ik wel dat ik door sommigen afgedankt ging worden als trans vrouw, en dat is dan ook gebeurd. Er zijn mensen die ik niet meer spreek, maar er zijn ook andere,
liefdevolle mensen die ik nu om me heen kan vinden.’
Ida Dequeecker is actief feministe sinds het begin van de tweede golf en was medeoprichtster van de Dolle Mina’s in Vlaanderen. Tegenwoordig is
ze onder meer actief bij de feministische en antiracistische actiegroep Baas over eigen hoofd (BOEH).
‘Feminisme is na meer dan 200 jaar strijd met hoogtes en laagtes nog altijd springlevend. De strijd van vrouwen is bijzonder taai, en laait bij tijden hoog op, omdat er zoveel redenen zijn om hem te blijven voeren’, zegt Dequeecker. Duidelijk dat ze ons wat meer kan vertellen over waar de feministische strijd ondertussen is aanbeland.
Beide dames waren te gast bij een gespreksavond over ‘het onbehagen van de vrouw’ die het Vlaams-Nederlands Huis deBuren samen met RoSa vzw en Furia organiseerde. MO* kreeg de gelegenheid hen te spreken over de staat van het feminisme en ongelijkheid anno 2018.
De gespreksavond stond in het teken van het vijftigjarige bestaan van Joke Smits belangrijke essay ‘Het onbehagen bij de vrouw’. Vijftig jaar later zien we nog steeds een feministische strijd woeden. Wat zijn de grootste verschillen qua strijdpunten?
Dequeecker: Wat strijdpunten betreft zijn er vandaag geen thematische verschilpunten met de jaren 60 en 70, al verschillen de accenten uiteraard. ‘We hebben heel wat veranderd, maar niet de wereld’, vatte Hedy d’Acona het samen in Zomergasten. De emancipatie van vrouwen is niet voltooid en loopt meer dan ooit ongelijk. Bepaalde groepen worden extra belemmerd door discriminatie zoals hoofddoekenverboden, en verworvenheden zoals abortus kunnen teruggedraaid worden. Ook op de arbeidsmarkt is discriminatie op basis van geslacht nog altijd een feit, maar ze treft niet alle vrouwen even sterk: de loonkloof is niet voor alle vrouwen even diep, en bij een dubbele werkdag kan een bepaalde klasse vrouwen zich hulp in het huishouden veroorloven.
De verbeteringen die feministische bewegingen afdwongen stuiten keer op keer op ingebakken structurele grenzen van het kapitalistisch systeem dat teert op uitbuiting en ongelijkheid. Formele gelijkheid voldoet niet als antwoord. Toch blijft het gangbare idee dat emancipatie vandaag slechts een kwestie van individuele vrije keuzes is. Dat idee is vooral op maat van de witte, welgestelde vrouw gesneden, maar wordt voorgesteld als universeel voor alle vrouwen.
Olave Nduwanje, passen jouw ideeën ook binnen een intersectioneel feminisme, dat voorbij de grenzen van gender de hele samenleving kritisch in vraag wil blijven stellen, bijvoorbeeld ook qua klasse, kleur en geloof, of zijn dat allemaal toch nog aparte strijdtonelen volgens jou?
Nduwanje: Verschillende vormen van onderdrukking zijn verbonden en moeten daarom gelijktijdig worden aangepakt. Als je dat niet doet, ben je niet alleen inefficiënt, maar ben je ook uitsluitend. Dan richt je je misschien op wat makkelijker is, en maak je bijvoorbeeld prioriteit van de werkende vrouw. Dat is niet doeltreffend, maar ook uitsluitend naar anderen die ook middelen nodig hebben. Wanneer je de meest kwetsbare vrouwen in de samenleving gaat helpen, dan creƒer je ook handvaten voor iedereen die zich daarboven bevindt om hogerop te komen. Dan komen er oplossingen langs de hele ladder van sociale en economische status.
“Verschillende vormen van onderdrukking zijn verbonden en moeten daarom gelijktijdig worden aangepakt. Als je dat niet doet, ben je niet alleen inefficiënt, maar ben je ook uitsluitend.”
Ongelijkheden kunnen niet los van elkaar gezien worden, maar wat moet er volgens jou nog allemaal beter qua gendergelijkheid?
Nduwanje: Je kan al die verschillende vormen niet uit elkaar halen, in mijn eigen leven kan ik ook niet momenten hebben dat ik alleen trans of alleen zwart ben. Genderfobie, racisme en nationalisme kan ik niet uit elkaar houden. Denk bijvoorbeeld aan marginalisering en uitsluiting van ongedocumenteerde vrouwen, die momenteel verhoogde risico’s lopen op zedenfeiten en geweld. Het geweld dat hen wordt aangedaan is racistisch, xenofoob, seksistisch en kapitalistisch van aard.
De soms wat onverschillige houding van de vrouw zelf, die Smit destijds in haar artikel beschreef, zie je die vandaag nog evenveel, of is het bewustzijn en de wil iets aan de situatie te veranderen toch vergroot?
Dequeecker: Spreken van dé vrouw creëert verkeerdelijk de idee dat vrouwen een homogene groep vormen, maar hun bewustzijn en wil om iets te veranderen is afhankelijk van vele factoren. Een mooi voorbeeld is de hedendaagse strijd tegen seksueel geweld. Er kwam een massaal verhoogde wil tot verandering, maar ook die kan niet rekenen op unanimiteit.
“Hoewel seksueel geweld tegen vrouwen wereldwijd voorkomt in alle geledingen van de samenleving, kijken vrouwen er verschillend tegenaan: naargelang hun eigen klasse, politieke overtuiging, opvoeding, geloof, positie thuis, … “
Ook vrouwen zijn in staat om feiten van seksueel geweld te negeren, te minimaliseren of als leugens of zwartmakerij te bestempelen wanneer bijvoorbeeld mannen uit hun politieke kamp of directe omgeving er zich schuldig aan maken. Het veiligstellen van de eigen al dan niet verbeelde belangen krijgt dan de bovenhand.
Was de feministische strijd 50 jaar geleden moeilijker?
Dequeecker: In de jaren 60 en 70 was het in zekere zin makkelijker. Feminisme kende een indrukwekkende heropleving, en de autonome feministische beweging kon een blijvende stempel op de samenleving drukken. Er viel nog veel flagrante ongelijkheid uit de weg te ruimen, bijvoorbeeld in het huwelijksgoederenrecht, het arbeidsrecht en de politieke vertegenwoordiging. Seksuele zelfbeschikking en LGBT+ rechten moesten nog helemaal afgedwongen worden. Vele thema’s kenden een grote eensgezindheid van een anders gediversifieerde beweging.
Vandaag lijkt de strijd moeilijker omdat er al heel wat verwezenlijkt is en velen die verwezenlijkingen vanzelfsprekend vinden. We beleven de paradox van het remmende effect van het succes van feminisme. Begrippen als emancipatie, gendergelijkheid en gelijke kansen behoren nu tot het beleid. Het beleid focust vandaag in de eerste plaats op individuele kansen en verantwoordelijkheden, en verhult zo het structurele aspect van ongelijkheid.
Er zijn nog steeds mensen die redeneren dat een hoofddoek enkel onderdrukkend en dus nooit feministisch kan zijn.
Nduwanje: De obsessie die witte mensen hebben met de hoofddoek van moslima’s is niet veel anders dan de obsessie met de objectivering van vrouwen. Als een vrouw in Frankrijk op het strand opgelegd wordt om haar hoofddoek uit te doen, is dat dan haar bevrijden? Voor sommige moslima’s is hun hoofddoek net het symbool van hun bevrijding. Eigenlijk zien we daarbij een terugkerende controle van hoe vrouwen er naar de buitenwereld toe uit mogen zien. In bepaalde regio’s werden Afro-Amerikaanse vrouwen vroeger zelfs verplicht door witte mensen om een hoofddoek te dragen, want zichtbare opgekamde haren waren statusverhogend. Die vrouwen wisten dan toch nog hun verzet te tonen door die hoofddoeken extra mooi en kleurrijk te maken.
“We beleven de paradox van het remmende effect van het succes van feminisme”
Komt er met de tijd meer begrip voor de missie van Baas over eigen hoofd (BOEH)?
Dequeecker: Dat is moeilijk te zeggen, maar zonder de volgehouden strijd van BOEH was het protest tegen hoofddoekenverboden bij overheden en het Gemeenschapsonderwijs ongetwijfeld stilgevallen. De verboden zijn nog niet teruggeroepen, maar het maatschappelijk debat werd wel aangezwengeld.
BOEH zet zich in voor zelfbeschikkingsrecht van vrouwen, en dus ook het recht om zich te kleden zoals ze willen, om welke reden dan ook. Meestal wordt een verbod gestoeld op begrippen als neutraliteit, ingevuld als de afwezigheid van zichtbare religieuze tekens, en gelijkheid tussen vrouwen en mannen, met de hoofddoek als symbool van onderdrukking. Als we de democratie, grondwet, vrijwaring van mensenrechten en fundamentele vrijheden ernstig nemen, moeten die verboden ooit sneuvelen. Als een samenleving de rechten en vrijheden van één groep schendt, verliezen die rechten en vrijheden hun universeel karakter.
Hoe wordt in Burundi naar mensen met een trans achtergrond gekeken?
Nduwanje: De Burundese cultuur is een behoorlijke bron van inspiratie voor mijn schrijven, denken, doen en laten. De huidige houding naar bijvoorbeeld trans mensen toe is niet iets wat Burundi eigen is. De houding tegenover seksuele en genderdiversiteit bijvoorbeeld was vroeger in verschillende Afrikaanse landen relaxter. Sterker nog, het bracht je aanzien. Het Europees koloniaal gedachtegoed stelde nadien dat zwarte mensen seksuele dieren waren die heel zondige dingen doen, en dat ze gered moesten worden en beschaving moesten worden bijgebracht. De huidige situatie is dus niet typerend voor Burundi, maar wel een bepaalde narratief of constructie van zedelijkheid, natuurlijkheid, zonde en genderrollen dat een direct gevolg is van de Belgische kolonisatie en nu wordt doorgevoerd.
Momenteel pompen de katholieke en evangelische kerken heel veel geld en moeite in hun politieke discours om homo- en transseksualiteit te viseren en strafbaar te stellen. Dat maakt deel uit van een bredere politiek-culturele oorlog, samen met bijvoorbeeld hun visie op abortus. Daar zit ook heel wat gelobby bij van Europese en Amerikaanse mogendheden. Voor die inmenging kunnen we niet echt dankbaar zijn. Als ik nu dan hoor dat het toch niet echt natuurlijk zou zijn dat ik in Burundi zou kunnen zijn wie ik ben, dan denk ik “dat is de wereld op z’n kop”. Het is net niet zo normaal dat ik hiér mezelf kan zijn. Het is net raar dat de acceptatie van trans zijn nu wordt geframed als iets heel erg westers, en dat racisme wordt voortgebouwd op het idee dat zwarte mensen niet accepterend zijn tegenover transgender mensen. Ik wou dat we allemaal wat voorzichtiger zouden zijn met hoe we dingen framen en erover nadenken.
Loïs Savat
Herlees het artikel hier.