De Standaard, 09/09/2009

Vrouwen met een hoofddoek maken het zichzelf niet gemakkelijk, maar hoge hakken zijn toch ook niet verboden?

Laten we het hoofddoekenprobleem eens helemaal anders bekijken. Stel, iemand (een man) die het goed meent met vrouwen en hun emancipatie, besluit vanaf volgende maand een verbod in te voeren in zijn bedrijf op het dragen van hoge hakken door zijn vrouwelijk personeel. Hij heeft daar heel goede argumenten voor. Hoge hakken zijn vrouwonvriendelijk want ze belemmeren de bewegingsvrijheid van vrouwen, vervormen hun voeten en zijn slecht voor hun rug. Dus het dragen van hoge hakken is ook nog slecht voor zijn bedrijf, want het kan leiden tot gezondheidsproblemen.

Dus, vindt hij, vrouwen moeten tegen zichzelf en de druk van mode-ontwerpers beschermd worden. Het verbod past volgens hem ook helemaal in de strijd voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen, want mannen mogen zich ook niet met hoge hakken op de werkplek vertonen. De redenen waarom vrouwen zich wel zo’n ondeugdelijk schoeisel laten aanpraten zijn, vindt onze bedrijfleider, contraemancipatorisch: vrouwen staan onder druk van een stereotiep vrouwbeeld dat hen van alle kanten voorgespiegeld wordt en waar ze zich aan onderwerpen omdat zij vinden dat het een uitdrukking is van hun vrouwelijkheid. De man heeft wel niet het advies van zijn personeel gevraagd vooraleer tot de maatregel over te gaan. Het is tenslotte voor hun bestwil.

Beeld u nu de reacties in van de goegemeente op zo’n verbod. Niet alleen de schoenenindustrie zal zwaar protest aantekenen, ook de burger, en vooral ook veel vrouwen. Zij zullen claimen dat niemand hen moet vertellen hoe zich te kleden, dat zij zich goed voelen op hoge hakken, dat het te maken heeft met hun vrouwelijke identiteit, dat het gaat om de persoonlijke vrijheid, en dat een werkgever zich daar niet mee moet bemoeien zolang de orde en de veiligheid op de werkplek niet in het gedrang komen. En ze zullen gelijk hebben wat het principe betreft. Dertig jaar geleden mochten vrouwen ook geen lange broeken dragen op school en op het werk (per rondzendbrief van de toenmalige minister van Onderwijs, toen was kledij geen materie waar elke school zelf moest over beslissen). Maar daar hebben de vrouwen zich niet bij neergelegd, en nu is het algemeen aanvaard. Dus, leve de vrijheid, leve de hoge hakken, als ik daar zelf voor kies!

Wat heeft dit met de hoofddoek te maken, denkt u nu misschien? Dat is tenslotte een religieus symbool, schoenen zijn dat niet. Moslima’s die kiezen voor een hoofddoek hebben tenminste een aanvaardbare reden: het is een religieuze praktijk, dit past bij hun vrouwbeeld en hoe je je als vrouw gedraagt. Je kan het daarmee eens zijn of niet. Je kan zeggen dat ze niet helemaal zelf bepalen hoe zij zich kleden, dat hun religie hun kledingregels oplegt. Je kan de hoofddoek ervaren als vrouwonvriendelijk en dan kies je er niet voor. Voor veel moslima’s heeft de hoofddoek te maken met hun identiteit als moslimvrouw. So what? Et alors? Wie doen ze daar kwaad mee? Misschien zichzelf, het leven wordt er niet gemakkelijker door voor hen. Maar we verbieden toch ook die hoge hakken niet?

Kitty Roggeman (lid van BOEH! en VOK)

wwo