Opiniestuk van Els Flour en Ida Dequeecker, beiden lid van de feministische Denktank en Actiegroep Furia. Ida Dequeecker is bovendien een kernlid van BOEH! en stond mee aan de wieg van onze organisatie.
Het debat over de hoofddoek bij overheidsdiensten kent zijn zoveelste aflevering. Deze keer staan de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB centraal en Ihsane Haouach, de nieuwe regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM). Veel andere verhalen halen de media niet. Dat van Kaoutar Achahbar bijvoorbeeld, die op Facebook getuigde dat ze met hoofddoek niet welkom is als stagiair bij de Stad Lokeren, waar ze al vrijwilligerswerk deed.
Twee argumenten komen sinds de vroege jaren 2000 terug. Ten eerste de hardnekkige fabel dat vrouwen die een hoofddoek dragen door streng-islamitische mannen worden onderdrukt. Ten tweede dat zij een bedreiging zouden zijn voor de rechtsstaat.
Met het argument van ‘onderdrukking’ hengelden beleids- en opiniemakers openlijk naar de steun van de feministische beweging, die deze ‘onderdrukte moslima’s’ dringend moest helpen. Furia en andere organisaties hebben steeds geweigerd om zich voor die kar te laten spannen. Net als in de strijd voor het recht op abortus stellen we de keuzevrijheid en het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen voorop. Door die inzet en door de krachtige stem die individuele vrouwen met een hoofddoek lieten horen, is er alvast op dit punt een zekere vooruitgang: in de kwaliteitsmedia beweren weinigen nog dat de hoofddoek per definitie gelijkstaat aan onderdrukking.
Het argument van de neutraliteit van de overheid en de scheiding van kerk en staat bleek ‘succesvoller’ en wordt ook vandaag van stal gehaald. De neutraliteit van de overheid is zeker een belangrijk beginsel: de Grondwet bepaalt dat de overheid zich neutraal moet opstellen ten opzichte van haar burgers en hen in al hun diversiteit gelijk moet behandelen. Wat dat inhoudt, ligt niet exact vast. Dat een gemeenteambtenaar zich niet uitdost met parafernalia van een politieke partij lijkt een evidentie. Maar wat met kleding die hoort bij de vrije godsdienstbeleving – een door de Grondwet beschermd recht? Kan je de neutrale staat vertegenwoordigen wanneer je godsdienstige overtuiging af te lezen is aan je kledij? Tegenstanders van de hoofddoek lanceerden die vraag begin jaren 2000 en beantwoordden haar met een ‘neen’. Volgens hen komt de neutraliteit van de overheid in het gedrang wanneer een moslima met hoofddoek een akte van de burgerlijke stand opmaakt. Wanneer een trambestuurder een hoofddoek draagt. Wanneer een stagiaire met hoofddoek de gemeentelijke jeugddienst vervoegt. Bij de aanstelling van een regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Wij zien niet waarom dat het geval zou zijn.
Is het niet hoogtijd om de verkramping los te laten en te kijken of het spanningsveld tussen beide grondwetsbepalingen wel reëel is? Er zijn niet zo gek veel functies denkbaar waarin een hoofddoek twijfel kan doen rijzen over de neutraliteit van de overheid. Rechters zijn een (sereen!) debat waard. Maar buschauffeurs, stagiaires, regeringscommissarissen …?
En hebben we zin om in dit debat inspiratie te halen uit Frankrijk? Een land dat vanuit zijn koloniale verleden een verwrongen omgang heeft met de hoofddoek? Hebben we zin om een omstreden concept van laïcité te importeren, ten koste van de vrijheid van onderwijs en het recht op werk van vrouwen die een hoofddoek dragen? Waarom kijken we niet naar het Verenigd Koninkrijk, waar een hoofddoek in overheidsdiensten overal de normaalste zaak van de wereld is? Of gewoon naar eigen land, want België kent een traditie van de toepassing van de scheiding van kerk en staat waarin vrouwen met een hoofddoek perfect hun plaats kunnen hebben. Kijk naar de overheden die geen verbod kennen of een verbod weer ongedaan maakten. Van de al zo vaak voorspelde rampspoed is niets te merken. Terwijl er op de plaatsen mét een verbod alleen verliezers zijn. De vrouwen die beknot worden in hun recht op werk. En de brede samenleving, die onvermijdelijk wordt meegetrokken in een islamofoob verhaal (dit wordt in alle toonaarden ontkend, maar het zijn wel degelijk hoofddoeken en niet andere levensbeschouwelijke kentekens die keer op keer onder vuur liggen).
We hebben er alle vertrouwen in dat vrouwen met een hoofddoek uitstekende bus- en tramchauffeurs zullen blijken bij de MIVB. We hebben alle vertrouwen in regeringscommissaris Ihsane Haouach. We hopen heel erg dat Kaoutar Achahbar stage kan lopen. En we hopen dat eindelijk komaf wordt gemaakt met de hoofddoekverboden.