Het Antwerps stadsbestuur geeft al zijn personeelsleden, ook diegenen die aan het loket zitten, de “toelating” om op 1 december, Wereldaidsdag, “een HIV-lintje te dragen om hun solidariteit te betuigen met personen met HIV of AIDS”. Dit staat in het collegebesluit 12312 van vrijdag 3 oktober 2008, dat ook expliciet vermeldt dat hiermee een “uitzondering op dienstnota D2007046” gemaakt wordt. Dienstnota D2007046 is de fameuze dresscode, die het dragen van religieuze kentekens, symbolen van sportclubs, vakbonden, politieke partijen enz én het HIV-lintje verbiedt voor personeelsleden in loketfuncties. De actiegroep BOEH! (Baas Over Eigen Hoofd) is boos over het collegebesluit.
BOEH! heeft er op zich geen probleem mee dat het stadsbestuur zijn personeel aanmoedigt om op 1 december een HIV-speldje te dragen en zo bijdraagt tot een sensibilisering rond maatschappelijk relevante thema’s. Vandaag is dat HIV, morgen is dat borstkanker of armoede en voor BOEH! kan en mag dat allemaal. BOEH! klaagt wel de inconsequentie van het stadsbestuur aan, dat zijn dresscode, ingevoerd omwille van het neutraliteitsprincipe, een jaar later al overtreedt. In feite vraagt het stadsbestuur nu aan zijn personeel om op 1 december even niet neutraal (volgens de in de dresscode vooropgestelde visie) te zijn! Daar storen de BOEH!-vrouwen zich behoorlijk aan, niet alleen als BOEH-leden maar ook als Antwerpse burgers. Een stad die haar eigen neutraliteitsregels overtreedt, overtreedt ook het beginsel van gelijke behandeling van haar burgers.
Wat wordt de volgende uitzondering op de dresscode vragen de vrouwen van BOEH! zich. Bijvoorbeeld de hoofddoek toelaten op 8 maart, Internationale Vrouwendag! Deze dag draait om gelijke rechten, om vrijheid van keuze en emancipatie van vrouwen. Veel moslimvrouwen die bij de stad werken zouden heel graag op die dag hun hoofddoek willen dragen, omdat het voor hen net daar om gaat: keuzevrijheid. Het is een aanlokkelijk actievoorstel en BOEH! staat er achter, maar tegelijkertijd moet duidelijk zijn dat BOEH! niet meteen zit te wachten op nog eens een uitzondering. Als men regels opstelt, moet men er zich aan houden zonder uitzonderingen.
Monica De Coninck, voorzitter van het OCMW en schepen van sociale zaken praat de overtreding van de dresscode goed. Volgens haar zijn het HIV-lintje en de hoofddoek niet te vergelijken. Het lintje wordt immers maar voor één dag gedragen, is haar argument, de hoofddoek altijd. Volgens BOEH! houdt dit geen steek. Ten eerste werden zowel het HIV-lintje als religieuze kentekens verboden om de neutraliteit van de dienstverlening te vrijwaren, en om geen enkele andere reden. Eens je bepaald hebt hoe je het neutraliteitsprincipe vorm geeft, maak je er geen uitzondering op, niet voor één dag en zelfs niet voor een halve dag. Ten tweede weet iedereen dat een HIV-lintje vooral gedragen wordt op Wereldaidsdag en dat het precies dan vooral een duidelijke betekenis heeft, zoals het stadsbestuur overigens zelf aangeeft (solidariteit met personen met HIV of AIDS). Waarom heeft men daar geen rekening mee gehouden bij de opstelling van de dresscode? Omdat de logica op dat moment ver zoek was en men zonder nadenken allerlei onzinnige verboden heeft verzonnen om dat waar het echt om te doen was – een hoofddoekenverbod – in te pakken. Men heeft zich wel wettelijk ingedekt maar ook de vrijheid zodanig ingeperkt dat men er zich niet kan aan houden.
Voor BOEH! is de conclusie duidelijk: de dresscode moet ingetrokken worden. Niet dat BOEH! daarmee wil zeggen dat de neutraliteit van de overheid niet belangrijk is. Alleen vindt BOEH! dat neutraliteit moet betekenen dat personeelsleden van de stad zich respectvol en professioneel gedragen ten opzichte van hun klanten, en dat ze niemand discrimineren ook al lijkt die op het eerste zicht een beetje anders. Zolang iemand er verzorgd en professioneel uitziet, zouden er verder geen eisen mogen worden gesteld aan iemands kleding. We leven in een democratie. Mensen moeten vrij zijn om net dat ietsje van zichzelf te uiten in hun kleding zonder dat zij daarvoor gestraft worden.
BOEH! blijft intussen ook de dooddoeners, die dienen om de hoofddoek te verbieden, ontkrachten. Klassieke dooddoeners zijn dat de hoofddoek ofwel een symbool van onderdrukking is ofwel een teken van rebellie. BOEH! wil duidelijk maken dat vrouwen een hoofddoek dragen om verschillende redenen, die vaak heel persoonlijk zijn. Voor bijna elke vrouw die er een draagt krijgt de hoofddoek een andere betekenis.
Het belangrijkste is dat de vrouwen die bij de stad werken en die getroffen worden door de dresscode absoluut geen onderdrukte vrouwen zijn. De journalisten en stadsbestuurders die hen leerden kennen, hebben snel ervaren dat het ongelooflijk mondige en sterke vrouwen zijn, die actief participeren in de samenleving en die steeds proberen een positieve bijdrage te leveren, zoals bijvoorbeeld een neutrale dienstverlening aan de burgers. Al die jaren voor de invoering van de dresscode hebben ze hun werk prima gedaan, met hoofddoek! Inmiddels ontkent BOEH! niet dat er geen vrouwen zijn aan wie de hoofddoek wordt opgelegd. BOEH! en enkele andere verenigingen zijn overigens zeer actief bezig om een aantal zaken binnen de moslimgemeenschap te veranderen. BOEH! is echt bezig met een strijd voor keuzevrijheid voor zowel meisjes als jongens. Zo wordt er sinds enkele jaren een hele emancipatiebeweging in gang gezet, waarop moslimvrouwen zeer positief reageren. Dat alles gebeurt zonder enige financiële steun van de stad en uitsluitend op vrijwillige basis. Dát op zich maakt het werk al ontzettend moeilijk. Dat de stad die werking nu ook nog eens met een hoofddoekenverbod komt belemmeren, is voor BOEH! een brug te ver. Wat zin heeft het keuzevrijheid te prediken als deze op de arbeidsmarkt weer wordt afgenomen, alsof het doodnormaal is.
Tenslotte zal BOEH! niet rusten voor de dresscode ingetrokken is. De eerstvolgende “actie” is de organisatie van een debattenreeks, die in februari van start gaat. De idee is diepgaande, constructief en genuanceerd te discussiëren over neutraliteit en het hoofddoekenverbod in verschillende domeinen. BOEH! heeft ook nog een aantal andere acties in petto voor het stadsbestuur maar houdt die als verrassing.
BOEH! is opgericht door vrouwen van diverse afkomst (allochtone en autochtone, maar BOEH! houdt niet van die verwerpelijke etiketten), met en zonder hoofddoek, uit protest tegen de invoering van de dresscode in 2007, met het argument dat die in wezen de islamitische hoofddoek viseert.