Aan de Vlaamse hogescholen is een hoofddoek geen punt. Maar het werkveld staat minder open voor stagiairs en sociale professionals die een hoofddoek dragen. “Wat baat het dat wij competente mensen opleiden als het werkveld hen nadien weigert?”

15 november 2021, Sociaal.net

Onaangename verrassing

Eens sociale professionals met een hoofddoek afstuderen, komen ze wel eens voor een onaangename verrassing te staan: ze lopen een job mis omwille van hun hoofddoek. Het overkwam ook Zakia Kodaiberdi die dit jaar afstudeerde als sociaal werker aan de Thomas More Hogeschool in Geel.

Zakia solliciteerde als gezinsbegeleider bij een belangrijke speler in de jeugdhulp. Zowel tijdens het eerste als tweede sollicitatiegesprek kreeg ze vragen over haar hoofddoek. “Ze vroegen hoe ik vanuit een neutrale organisatie hulpverlening kan bieden met een hoofddoek”, vertelt Zakia.

“Wat is neutraal? Mensen zijn niet neutraal, ze hebben hun achtergrond, levenservaring en betekeniskader”, zegt Zakia. “Dat ik een hoofddoek draag, betekent niet dat ik anderen wil bekeren. Ik bied hulp vanuit de cliënt en wat die nodig heeft. Empathie en respect zijn daarbij belangrijk.”

Oncomfortabel

“Je gaat op zoek naar het betekeniskader van de cliënt en alle betrokkenen: ouders, kinderen en samenleving. Wij hebben in de opleiding en tijdens de stage geleerd om ons eigen betekeniskader te leren kennen en los te laten”, gaat Zakia verder. “En als cliënten vragen zouden hebben over mijn hoofddoek, het niet begrijpen of er oncomfortabel bij zijn, dan heb ik geen schrik om het gesprek aan te gaan.”

“Ik dacht dat ik de betrokken organisatie getoond had dat ik met mijn hoofddoek wel een verschil zou kunnen maken. Dat de cliënten er geen last van zouden ondervinden. Daarom kwam het hard aan toen ze me opbelden om me te feliciteren dat ik in de laatste ronde zat maar tegelijk vroegen of ik echt aan mijn hoofddoek wilde vasthouden. Ik was een sterke kandidaat, maar voor hen was de functie niet te rijmen met een hoofddoek.”

“Ik was een sterke kandidaat, maar voor hen was de functie niet te rijmen met een hoofddoek.”

Zakia besloot om haar kandidatuur terug te trekken. “Dat was geen evidente beslissing, maar ik vond het belangrijk om trouw te blijven aan mijzelf. Ik was heel teleurgesteld. Ik vroeg me af waarom ik eigenlijk zoveel moeite had gedaan om een diploma te halen. Bij een OCMW waar ik eerder stage deed, had ik ook al te horen gekregen dat ik er niet zou kunnen werken eens ik afgestudeerd was.”

Toch bleef Zakia hopen dat ze werk zou vinden. Bij andere stages was haar hoofddoek geen probleem. En niet veel later bleek haar hoop terecht. Ze werd aangeworven als gezinsbegeleider bij Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) De Kempen. “Hier vinden ze mijn divers profiel net een meerwaarde. Dat is heel fijn.”

Zakia is niet de enige

“Zakia is niet de enige student van onze hogeschool die botst op een interpretatie van neutraliteit die niet rijmt met een hoofddoek”, vertelt Els Van den Buys, docent diversiteit aan de graduaatsopleiding Orthopedagogie van Thomas More. “Zowel in de jeugdhulp, het welzijnswerk als de zorg voor personen met een handicap krijgen sommige stagiaires of afgestudeerden de vraag om hun hoofddoek af te zetten.”

“De kwestie ligt mij en andere docenten zeer nauw aan het hart”, zegt Van den Buys. “Wat baat het dat wij competente mensen opleiden als het werkveld hen nadien weigert omwille van een hoofddoek? Het pluralisme en de open geest die wij studenten meegeven, is in de werkpraktijk regelmatig zoek.”

Interpretatie van neutraliteit

Grosso modo ziet deze docent in het werkveld twee verschillende interpretaties van neutraliteit: inclusieve en exclusieve neutraliteit. “Exclusieve neutraliteit verbiedt alle religieuze of filosofische symbolen. Niet alleen de dienst die medewerkers leveren, maar ook hun voorkomen moet neutraal zijn. Het is de redenering die de Stad Antwerpen bijvoorbeeld toepast voor al haar maatschappelijk werkers.”

“Maar je kan neutraliteit ook inclusief invullen en wel religieuze of filosofische symbolen toelaten, zoals bijvoorbeeld de Stad Genk doet”, zegt Van den Buys. “Het idee is dat medewerkers een afspiegeling mogen zijn van de diverse samenleving. Enkel de geleverde dienst moet neutraal zijn, niet het voorkomen van de medewerker.”

“Natuurlijk mag je geloof niet aanhalen als argument om bepaalde taken van de job niet uit te voeren. De vraag om aangepaste kledij om hygiëneredenen kan in sommige contexten wel een terechte eis zijn, zoals geen lange mouwen, gelnagels of juwelen in een ziekenhuis”, vindt Van den Buys. “Maar als het over een hoofddoek gaat, bewijzen sommige ziekenhuizen dat het mogelijk is om hun personeel hygiënische hoofddoeken aan te bieden. Ze moeten alleen de moeite willen doen.”

Ook elders een probleem

Uit navraag van Sociaal.Net bij andere opleidingen sociaal werk in Vlaanderen en Brussel, blijkt dat studenten met een hoofddoek wel vaker moeite hebben met het vinden van een stageplaats.

“Studenten sociaal werk met een hoofddoek hebben wel vaker moeite met het vinden van een stageplaats.”

Zes van de acht gecontacteerde hogescholen kenden het probleem. De hogescholen die we spraken die geen weet hadden van het issue, gaven aan weinig studenten met een hoofddoek te hebben of mogelijks geen zicht te hebben op het probleem omdat hun studenten zelf een stageplaats kiezen.

Verschillende hogescholen benadrukken dat er ook heel wat organisaties zijn die wel stagiairs met een hoofddoek verwelkomen. Een hogeschool gaf het voorbeeld van een organisatie die expliciet vroeg om een stagiair met een hoofddoek te sturen, omdat ze hun team net meer divers willen maken.

Onbespreekbaar

Vooral openbare diensten, zoals steden en gemeenten, OCMW’s en het openbaar onderwijs maken een probleem van de hoofddoek. “Ook woonzorgcentra en ziekenhuizen weigeren soms studenten met een hoofddoek, ook als ze privaat zijn. Bij het jeugdwerk is een hoofddoek dan weer geen issue”, zegt Yvonne Postma, stagecoördinator van de opleiding sociaal werk van AP Hogeschool Antwerpen.

“Als een student geweigerd wordt omwille van een hoofddoek, gaan we in gesprek met de organisatie. Maar we botsen altijd op een muur. Eigenlijk is het onbespreekbaar. Dat is jammer. Het zijn niet altijd de uitvoerende diensten die een probleem maken van de hoofddoek, vaak staat hun hogere overheid het niet toe, onder de noemer van neutraliteit”, vertelt Postma. “Sommigen zullen hun hoofddoek afzetten tijdens de stage, maar studenten geven daar alsmaar minder aan toe.”

“We hebben heel wat studenten met een hoofddoek. Nadat ze afgestudeerd zijn, zie ik weinig van hen terug tijdens mijn stagebezoeken in het werkveld. Ik vraag me soms af waar ze allemaal gebleven zijn.”

Behoeden voor afwijzing

Opleidingshoofd sociaal werk van UC Leuven-Limburg Kris Daniels kreeg al meermaals signalen van studenten die geen stage mogen doen omwille van hun hoofddoek. “Tot nu toe hebben we voor de studenten in kwestie altijd een andere stageplaats gevonden.”

Verschillende opleidingen behoeden studenten met een hoofddoek voor een afwijzing, door hen al bij voorbaat niet te matchen met een organisatie die geen mensen met hoofddoek aanneemt. “Dat is misschien een zwaktebod, maar we willen de studenten beschermen”, zegt Daniels hierover.

Pijnlijke ervaring

Voor afgestudeerd orthopedagogisch begeleider Suhedanur AvciDit is een schuilnaam.was het een pijnlijke ervaring om die afwijzing te merken tijdens haar zoektocht naar een stageplaats. Dat haar hoofddoek een probleem was, werd niet altijd expliciet benoemd. “Het gebeurde dat ik werd uitgenodigd voor een gesprek, maar toen ik verscheen met een hoofddoek, bleek de stageplaats plots al ingenomen zijn.”

“Tijdens een ander sollicitatiegesprek in de gehandicaptensector kreeg ik heel veel vragen over mijn cultuur en geloof. Ik werd uiteindelijk wel aangenomen, maar ze zouden nog nagaan of ik aangepaste kledij mocht dragen voor bepaalde activiteiten. Ik hoorde daarna niets meer. Dan voel je dat je niet welkom bent.”

Daarom besloot Suhedanur om voortaan altijd op voorhand te polsen of haar hoofddoek een probleem vormt. “Bij de stages die ik sindsdien deed, was mijn hoofddoek geen enkel probleem. Toch is het niet evident om dat te moeten vragen. Het gaat om een deel van mijn identiteit, waarbinnen ik me veilig en gewaardeerd wil voelen. Gelukkig voelde ik me door mijn docenten wel altijd gesteund.”

Suhedanur studeert nu verder. “In mijn nieuwe opleiding zal ik weer stage moeten doen. Voor de toekenning van de stageplaats vroeg de hogeschool om een formulier in te vullen. Ik kon onder andere aanduiden dat ik een hoofddoek draag. Het is dubbel. Enerzijds is het fijn dat ik niet zelf aan een stageplaats moet vragen of dat oké is. Anderzijds lijkt het alsof het in onze maatschappij niet normaal is om met een hoofddoek stage te doen of te werken.”

Ad hoc

Kris Daniels van UC Leuven-Limburg vindt dat de studenten in het debat niet als breekijzer mogen ingezet worden. “Het is een debat dat wij als hogescholen met het werkveld zouden moeten voeren. Want studenten of afgestudeerden uitsluiten op basis van uiterlijke of religieuze kenmerken kan eigenlijk niet.”

“Nu kijken we te veel ad hoc naar het issue”, vindt Daniels. “Het probleem werd al regelmatig gesignaleerd, maar het ligt nog niet op de beleidstafel. Laat ons vanuit de welzijnsopleidingen het debat maar eens aangaan met het werkveld.”

Hogescholen aan zet

Sarah El Massaoudi, sociaal werker en lid van het feministisch en antiracistisch collectief Baas Over Eigen Hoofd (BOEH!) vindt ook dat de hogescholen aan zet zijn. “BOEH! Krijgt regelmatig signalen van studenten in welzijnsopleidingen die geen hoofddoek mogen dragen op een stageplaats. Ze ervaren daarbij weinig steun vanuit de school, ook als ze bijvoorbeeld zelf een alternatieve stageplaats proberen voor te stellen.”

“Uiteraard zijn er wel individuele docenten die het oprecht erg vinden. En soms zullen opleidingen wel het gesprek aangaan met de organisatie. Maar er is geen structureel beleid vanuit het hoger onderwijs rond dit thema.”

El Massaoudi hekelt het gebrek aan onderzoek naar discriminatie van vrouwen met een hoofddoek. “Vaak kan je niet bewijzen dat de hoofddoek de reden was om iemand niet aan te werven. Daarnaast heb je ook veel situaties van indirecte druk: studenten zetten de hoofddoek af of kiezen een carrière in een andere sector.”

Standpunt innemen

Volgens El Massaoudi moeten de hogescholen sterker een standpunt innemen. “De hogescholen zitten in een machtspositie, maar ze spelen die niet uit. Ze zouden er consequent voor kunnen kiezen om niet te werken met stageplaatsen die eisen om de hoofddoek af te zetten.”

“Hogescholen kunnen ervoor kiezen om niet te werken met stageplaatsen die eisen om de hoofddoek af te zetten.”

“Organisaties die stagiairs aannemen, gaan een engagement aan, maar ze hebben ook nood aan deze stagiairs. Als hogescholen voet bij stuk zouden houden, kan dat een grote impact hebben. Want wat zijn studenten met een diploma als ze niet aan een job geraken?”

Niet overroepen

Danny Anné, docent aan de opleiding sociaal werk van HoWest en voorzitter van de Vlaamse Opleidingen Sociaal Werk (VOSW), bevestigt dat het gebeurt dat organisaties stagiairs sociaal werk met een hoofddoek weigeren. “Maar we mogen het ook niet overroepen. Mocht dit echt een acuut en wijdverspreid probleem zijn, dan had het al op de tafel van de VOSW gelegen.”

“De opleidingen zijn toleranter en vooral inclusiever dan het werkveld, daar komt het op neer”, zegt Anné. “We leiden studenten op naar een diploma, maar de arbeidsmarkt is onverbiddelijk. En lang niet enkel voor mensen met een hoofddoek, wat overigens maar één uiting is van culturele diversiteit. Ook bijvoorbeeld mensen met opvallende piercings en tattoos of met een beperking krijgen niet alle kansen op de arbeidsmarkt.”

“Opleidingen kunnen wel proberen sensibiliseren en in dialoog gaan, maar in een context waarbij er een groot tekort aan stageplaatsen is, zitten we in een moeilijke positie”, vindt Anné.

Brief

Enkele docenten van Zakia en het opleidingshoofd Sociaal Werk van Thomas More Geel besloten om gezamenlijk een brief te schrijven naar de jeugdhulporganisatie die haar afwees omwille van haar hoofddoek.

“In onze opleiding zetten we er sterk op in dat studenten, of ze nu een hoofddoek dragen of niet, leren omgaan met hun eigen referentiekader”, zegt Wim Wouters, docent van Zakia. “Wanneer we iemand een diploma afleveren, zijn we ervan overtuigd dat die persoon in staat is om het eigen referentiekader zodanig te hanteren dat het goed sociaal werk niet in de weg staat.”

“We erkennen dat uiterlijke tekenen bij sommige cliënten een reactie kan uitlokken”, zegt docent Daniël Janssens, die samen met Wim Wouters het initiatief nam voor de brief. “Soms kan het zelfs de veiligheid van de hulpverlener bedreigen. Vooral wanneer de sociaal werker een confronterende of controlerende rol heeft, zoals bijvoorbeeld bij gezinnen waar sprake is van verwaarlozing van de kinderen. Dat kan. Maar wij vertrouwen erop dat onze afgestudeerden daar mee weten om te gaan.”

Voortrekkersrol

Volgens de twee docenten heeft het sociaal werk hierin een voortrekkersrol te spelen. “Als je als organisatie altijd op zogenaamd ‘veilig’ probeert te spelen, dan legitimeer je het idee dat de hoofddoek een obstakel is”, zegt Janssens. “Je dient dan een publieke opinie die tegen de hoofddoek is. Terwijl sociaal werk een sensibiliserende rol heeft in de samenleving, door bepaalde praktijken te installeren of in vraag te stellen. De bedoeling is om de samenleving vooruit te helpen.”

“Sociaal werk heeft een sensibiliserende rol in de samenleving.”

“En ook al heb je de beslissing om iemand met een hoofddoek niet aan te werven ethisch goed overwogen, je sluit nog altijd mensen uit”, zegt Wouters. “Je moet daar kritisch naar durven kijken. En je moet je afvragen of je dan misschien op andere vlakken actie moet ondernemen.”

De brief stuurde aan op dialoog en die heeft intussen plaatsgevonden. Beide partijen deelden hun visie tijdens een overleg op de school. “We zijn blij dat we de dialoog hebben kunnen voeren”, aldus Janssens. “We hebben het gevoel dat er geluisterd werd en hopen dat we iets in beweging hebben gebracht.”

“Voor ons is de kous nu niet af. We mogen als opleiding niet aan de zijlijn blijven staan. Laten we het debat breder voeren, bijvoorbeeld op de sociaalwerkconferentie”, besluit Wouters.

 

Herlees het volledige artikel hier op Sociaal.net.