Het platform BOEH! (Baas Over Eigen Hoofd!) hield op maandag 2 april om 19u00 een persconferentie naar aanleiding van de vrouwonvriendelijke dresscode voor het Antwerps stadspersoneel en de nefaste gevolgen ervan.

Het bestuursakkoord 2007 van de stad Antwerpen verbiedt stadspersoneel, dat rechtstreeks met klanten in contact komt om ‘uiterlijke’ symbolen van levensbeschouwelijke, religieuze, politieke of andere overtuigingen te dragen. In zijn boek Het beste moet nog komen, dat verscheen voor de gemeenteraadsverkiezingen, laat Patrick Janssens er geen twijfel over bestaan dat het verbod ingegeven is door de hoofddoek, al vermeldt hij tussen haakjes dat het ook over andere symbolen gaat: “ (…) ook hier lijkt het me, ondanks mijn begrip, niet gepast om hoofddoeken (of andere religieuze of politieke symbolen) te laten dragen bij de uitoefening van publieke functies, die de neutraliteit van de overheid moeten uitstralen (politie, loketbedienden).

Het platform BOEH! heeft via anonieme getuigenissen kennis genomen van discriminerende en vernederende wanpraktijken bij de stad Antwerpen. Op de persconferentie werden enkele van deze getuigenissen uit de doeken gedaan.

Een van de geviseerde personeelsleden werkt al twintig jaar, met hoofddoek, in een publieksdienst. In 1999 liet het stadsbestuur zelfs expliciet het dragen van een hoofddoek in een publieksfunctie toe. Personeel werd onder die voorwaarden aangeworven, tot heel recent. Waarom betekent de hoofddoek in 2007 plots een inbreuk op de neutraliteit van de overheid? Was de Antwerpse overheid voordien dan niet neutraal, of de Gentse overheidsdiensten? Het antwoord geeft Patrick Janssens in zijn boek. Het heeft veel meer met politiek dan met principes te maken: “()het is zeker waar dat de discussie over de toelaatbaarheid van hoofddoeken voor sommige jonge vrouwen de aantrekkelijkheid van dat hoofddoek heeft verhoogd. Zo zijn de heftigste tegenstanders van de hoofddoek mee verantwoordelijk voor het oprukken ervan in de publieke ruimte. Laat ons ook dit debat dus met een beetje minder fanatisme van beide kanten kruiden.

Die “oprukkende hoofddoeken” zijn momenteel op één hand te tellen. Waarom die onheilspellende superlatief? Sinds 1999, toen de hoofddoek nog onschuldig was, is het post “11 september” tijdperk ingeluid met de criminalisering van de islam, de ‘mislukte integratie’ van de moslims, de ‘botsing der beschavingen’, de groeiende ‘islamofobie’ met als symbolische bekroning van dit alles het ‘hoofddoekendebat’, dat als geen ander thema de gemoederen tilt doen slaan. Dat is de werkelijke achtergrond van het hoofddoekenverbod. Het plotse enthousiasme voor de neutraliteit van de overheid is ‘selectief en exclusief’. Het betreft (islamitische) hoofddoeken, geen (christelijke) kruisbeelden, die nog altijd her en der in publieke gebouwen hangen, laatst nog in de rechtzaal, waar prins Laurent getuigde. Toch is de afwezigheid van levensbeschouwelijke symbolen de vanzelfsprekende maatstaf, terwijl het in feite een ingebeelde maatstaf is, die concreet meet met twee maten en gewichten. Dat de hoofddoek bovendien voor de moslimvrouwen die het dragen geen religieus symbool maar een religieus voorschrift is en dusdanig deel uitmaakt van hun persoonlijke beleving van de islam, blijkt van weinig belang. Dat het hoofddoekenverbod specifiek vrouwen treft, is ook voor velen geen punt, wel het tegendeel, vermits ze in de hoofddoek een instrument van onderdrukking zien. Zo worden vrouwen met een hoofddoek onder het mom van emancipatie in feite gediscrimineerd. Wij vinden dit verwerpelijk en eisen dan ook dat de stad Antwerpen deze vrouwonvriendelijke en discriminerende dresscode intrekt.

Getuigenissen van stadspersoneel

Dat tot slot de stad Antwerpen deze maatregel op een vernederende manier invoerde merken we aan volgende anonieme getuigenissen:

…In november kregen we te horen dat er misschien een nieuwe dienstnota zou doorgestuurd worden die betrekking heeft tot de nieuwe dresscode. In deze dresscode zou een hoofddoekenverbod gelden voor vrouwen die werken aan het loket. We sloegen in paniek en hebben vervolgens een rondvraag gedaan in onze diensten, maar iedereen suste ons met de boodschap dat het er waarschijnlijk niet zou doorkomen. De maanden verstreken en nog steeds kregen we geen duidend antwoord over wat er nu juist gaat gebeuren.

Op 7 maart kregen we de dienstnota in onze mailbox. Iedereen was met verstomming geslagen en we wisten niet hoe we moesten reageren en wat er ons te wachten stond. Niemand heeft ons op voorhand gewaarschuwd of ons er op voorbereid. Het was een schok. We hebben op eigen initiatief een gesprek gevraagd met onze directeur. Wat hij ons vertelde was schokkererend: Ik heb geen plaats om 6 andere mensen een backoffice-functie te geven. We werden met andere woorden voor de keuze geplaatst om ofwel de hoofddoek af te zetten ofwel ontslagen te worden. Dit terwijl men goed genoeg weet dat er alleenstaande moeders bij zijn en vrouwen die net een huis hebben gekocht, en dus erg afhankelijk zijn van hun inkomsten! Dat het Antwerps stadsbestuur ons expliciet beloofd had dat we andere plaatsten zouden krijgen, daar werd geen gehoor aan gegeven. Het was hoofddoek af of ontslag! Na het gesprek met onze directeur hadden we nog een gesprek met onze rechtstreekse hoofd en deze zei hetzelfde. Ze moesten simpelweg doen wat er hen opgedragen werd. En dat gebeurde ook. We moesten vertrekken één voor één. Er werd geen overgangsperiode ingesteld. Van de ene dag op de andere moesten wij vertrekken. Voor ons was het schrijnend, alsook voor onze niet-hoofddoek dragende collega’s. Iedereen was verbaasd en we konden niet goed overweg met onze emoties. Maar ja, wie dacht dat ook wij gevoelens hadden? We werden overgeplaatst naar verschillende locaties. Diegene die in regio A woont, moest in regio B gaan werken, en diegene die in regio B woont, moest in regio A gaan werken. Wat ons deed vermoeden dat ze verwachtten dat we dan zelf zouden opstappen. Onderhandelen om tot een weloverwogen compromis te komen, waar iedereen baat bij heeft was geen optie. We moesten het gewoon aannemen. Wat konden wij op dat moment doen? Het werk weigeren konden we niet want thuis zitten onze kinderen die verwachten dat er brood op tafel komt, en die we het recht op een behoorlijke opvoeding en jeugd niet willen ontnemen. Het was emotioneel een zware klap voor iedereen. Op onze nieuwe werkplaatsen zijn er ook collega’s die het gewoonweg absurd vinden. We krijgen vragen van waarom zit jij hier? En dan moet je vertellen dat je hier zit omdat je een hoofddoek draagt. Iedereen kijkt je op dat moment aan alsof je een ernstige ziekte hebt. Vernederend gewoon. Wij zijn nu uit het zicht verdwenen, maar de kruisjesdragende collega’s, de collega’s met piercings, … die zitten er nog en daar wordt niets aan gedaan. Hoe moeten wij ons dan voelen? Nog meer vernederd! We weten zeker dat dit niet het einde is maar het begin van iets ernstigs, als er nu niets wordt gedaan aan deze discriminatie. Nu is het de hoofddoek maar wat wordt het morgen?? Naam? Huidskleur? Gewicht?

Wat moeten we als moeders aan onze kinderen gaan vertellen, dat als je later groot bent je jezelf niet meer mag zijn? Dat onze maatschappij bepaalt wie je mag zijn, en hoe dat je eruit mag zien. Is dat nu hetgeen dat we willen bereiken in onze maatschappij? Hebben we dan niets geleerd uit onze geschiedenislessen?…

… Op 15 maart kreeg ik een mailtje waar duidelijk in stond dat ik niet meer welkom ben bij de stedelijke jeugddienst als vrijwilliger MET mijn hoofddoek. Dit terwijl de nieuwe dresscode zogezegd enkel van toepassing is op werknemers met een loketfunctie. De praktijk bewijst echter dat het toepassen van deze regel zich niet beperkt tot het loket. De regel wordt ondertussen doorgetrokken naar alle functies, zelfs naar vrijwilligers! Niet alleen is de toepassing discriminerend maar ook de mededeling. Enkel de allochtone, vrouwelijke monitoren hebben een mailtje ontvangen waarin stond dat er vanaf maart een hoofddoekenverbod zou gelden. Aangezien de jeugddienst de ‘autochtone monitoren’ niet op de hoogte brengt, maken zij hier duidelijk een onderscheid en laat men blijken dat het hier enkel en alleen om de hoofddoek te doen is. Nog niet zo lang geleden liep Patrick Janssens vooraan in een betoging met slogans als, “Diversiteit is realiteit”. Ook in de het bestuursakkoord staat dat men streeft naar meer diversiteit op de werkvloer. Iets zegt me dat dit pure propaganda is en dat Patrick Janssens en zijn team helemaal niet voor diversiteit zijn! Ik hoop dat er snel verandering komt, want zo kan het echt niet meer verder. …

…In het begin waren het enkel geruchten en misschien een illusie voor velen, nu zijn het feiten en is dit de harde realiteit.Mijn leven werd even helemaal overhoop gegooid door het zware onrecht dat mezelf en mijn collega’s werd aangedaan. Dit onrecht werd ons aangedaan door een organisatie die dagelijks preekt dat diversiteit en gelijkheid samen moeten gaan. Bij deze vind ik dat de slogans die dagelijks naar ons en ieders hoofd worden geslingerd grondig herbekeken worden. Misschien nu eens door specialisten? Aangezien de uniforme sfeer waar de Stad Antwerpen voor staat nu volledig vertroebeld is en voor mij nu zelfs volledig verdwenen… Want wij werden behandeld alsof we een besmettelijke ziekte hadden. Deze ziekte is “de hoofddoek”,…

In november werd er inderdaad gesproken over het invoeren van een dresscode bij de stad Antwerpen. Iedere normale persoon zou toch eerst alles afwachten, en denken dat er een zekere overgangsperiode zou ingevoerd worden en dat er dan minstens een gesprek zou volgen met de betrokkenen. Maar wij bleven maar wachten, wachten, wachten en wachten…….. en niemand die zich bekommerde om ons. Zo snel mogelijk uit het zicht en het liefst met zo weinig mogelijk lawaai, dat was het vertrek- en uitgangspunt van de politici die hier verantwoordelijk voor zijn. Toen het bestuursakkoord in januari getekend werd, wisten we zeker dat het er ging doorkomen, dus op dat vlak stonden we niet meer voor een verassing. Maar wat ons wel verraste was de manier waarop we werden behandeld. Er zou zeker voor een alternatief gezocht worden voor elk van ons én er werd duidelijk via de media overgemaakt door o.a. de schepenen De Koninck en Van Peel dat er geen ontslagen zouden vallen en dat men zeker rekening ging houden met onze minieme wensen. Maar, toen dit alles begon, stond ieder van ons perplex! Velen van ons durfden niet écht praten of zich te uiten. Maar het gaat hier wel om onze job!!!! Zeker de helft van de vrouwen in kwestie zijn alleenstaande moeders. Men had ons gewoon eens kunnen aanhoren, misschien eens vragen wat het voor elk van ons betekent dat stuk stof op ons hoofd. Maar neen, we werden totaal emotieloos behandeld. Het was te nemen of te laten, of afzetten van de ene op de andere dag of aftrappen, iedereen is toch vervangbaar! OK, zo nuchter en intelligent zijn we ook, maar wat met het menselijke aspect, wat met de zovele jaren dienst en loyaliteit. Ik werk bijna 12 jaar voor de Stad. Maar wat ons nog meer stoorde en wat bij ons allen zoveel vragen deed rijzen, was de sprakeloze Marc Van Peel tijdens het programma “Wakker op zondag” op ATV een aantal weken geleden. Als hij denkt dat de hoofddoek de manier van denken, redeneren of eender wat blokkeert moet hij er zelf eens eentje opzetten, hij zal merken dat hij nog steeds zal kunnen nadenken en nog veel meer! Gerolf Annemans van het Vlaams Belang scandeerde simpelweg op de regionale tv dat hun doel bereikt was nu de hoofddoek weg is. Op dat moment zou je denken dat een professionele man als Marc Van Peel, die altijd zeer spraakzaam is, daar toch op zou reageren en de visie van de stad zou verdedigen. Hij had daar op zijn minst kunnen zeggen dat het niet enkel om de hoofddoek gaat en dat er ook andere zaken zijn die nageleefd moeten worden volgens de nieuwe dresscode. Maar neen, Marc Van Peel lachte er eens om. Hij, DE personeelstopman van de stad Antwerpen, die door de federale overheid een bepaald aantal percentage allochtone potentiële werknemers zou moeten binnenhalen, zegt daar gewoonweg niets op… Hij antwoordde wel op een vraag gesteld door de presentator Karl Apers, namelijk wat met de tongpiercings? “wel……….”, zei hij, “zolang de collega’s met piercings hun tong maar niet uitsteken is het goed”. Alles tezamen werden we beschouwd als een bagatelle, dankzij Marc Van Peel, en dit voor heel Antwerpen!

Ik heb uiteindelijk mijn hoofddoek afgezet maar ik zal er nu alles aan doen opdat ook al de andere regels worden nageleefd door iedereen en over het gehele personeelsbestand van de stad Antwerpen worden doorgevoerd. Als men niet achter mij staat dan is het duidelijk dat dit enkel om de hoofddoek draait! Is het dan gewoon pure discriminatie of niet? Dit kan ik niet laten gebeuren.

Ik weet al van ongeveer november dat de dienstnota er misschien wel zal doorkomen, net zoals de meeste personen bij de stad Antwerpen( werknemers, directie,…). Maar desondanks werd mij door verschillende personen aangegeven dat er toch nog hoop is. Voor dat ik mijn contract tekende heb ik expliciet kenbaar gemaakt dat ik een hoofddoek draag en dat dit een deel van mijn persoonlijkheid is en mijn hoofddoek afzetten voor mij geen enkele optie was en is. Men heeft mij toen gezegd dat dit geen enkel probleem was en dat ik gewoon aan het werk kon, want in de politiek was er nog steeds niets concreets beslist.Op dat moment heb ik een afwachtende houding aangenomen en gedacht dat als het zover zou zijn er wel een oplossing uit de bus zou komen. Begin maart werd de dienstnota doorgestuurd en her en der deden er al wat speculaties de ronde. Voor mij was de keuze al lang gemaakt. Ik zou hem niet afzetten, maar zou wel instemmen met eventueel het alternatief tot een overplaatsing.Volgend op de nota werd er een afspraak gemaakt met de bedrijfsdirecteur van de dienst.Op deze vergadering werd alle hoop dat er alternatieven waren weggenomen. We zouden met teveel zijn. De bevestiging die ik kreeg was dat als ik mijn hoofddoek nog steeds weigerde af te zetten ik geen werkzekerheid meer zou hebben. Ik ben vervolgens naar mijn vakbond gestapt. Die hebben er voor gezorgd dat ik nog steeds werk heb. Er werden ons ook bespottelijke voorstellen gedaan. Bijvoorbeeld het deeltijds afzetten van hoofddoek als je in contact kwam met klanten.Uiteindelijk zijn ze toch overgegaan tot het zoeken van oplossingen, maar we zouden niet veel keuze krijgen. Want er zijn een aantal coördinatoren binnen de stad die neutraliteit willen binnen het gehele bedrijf en dus ook geen hoofddoek in backoffice tolereren. Dit is natuurlijk tegenstrijdig met de dienstnota, maar wat kan je er aan doen. Dit gaf als resultaat dat ik van de ene dag op de andere naar een andere dienst moest vertrekken. Van het ene uiterste in Antwerpen naar het andere. Je zou toch denken dat als ze zoiets als een dienstnota voorbereiden, ze toch wel zouden zorgen voor de instelling van een overgangsperiode.