Het Nieuwsblad, 10 april 2014
Dat leerlingen op school geen hoofddoek mogen dragen, is niet te rechtvaardigen. Niet vanuit gelijke onderwijskansen, niet vanuit de neutraliteit, niet vanuit pluralisme. Met een opmerkelijk advies legt de Raad van State een bom onder het verbod op levensbeschouwelijke kentekenen in het Gemeenschapsonderwijs.
Het ziet ernaar uit dat de woelige discussie over de hoofddoek op school een nieuwe episode ingaat. De auditeur van de Raad van State heeft in een advies geoordeeld dat het verbod op het dragen van levensbeschouwelijke kentekenen in het onderwijs van de Vlaamse gemeenschap (GO!) niet houdbaar is. Enkele leerlingen van het atheneum van Dendermonde waren naar de Raad getrokken.
Het is nu nog wachten op een arrest, maar meestal volgt de Raad de auditeur. Die verwerpt drie van de vier basisargumenten die het GO! aanvoerde. Dat een verbod de gelijke onderwijskansen zou garanderen, wordt niet aanvaard. Integendeel, het verkleint de kansen op onderwijs van de betrokken leerlingen, die dan bijvoorbeeld in privéonderwijs gedwongen worden. Het verbod past ook niet in het ‘actief pluralisme’ dat het GO! belijdt. Pluralisme betekent juist dat je de jongeren hun godsdienst laat beleven en uiten. De derde stelling – het in standhouden van de neutraliteit – wordt evenmin aanvaard. Neutraliteit kan worden opgelegd aan de leerkrachten die als ambtenaren kunnen worden beschouwd – maar niet aan de leerlingen. Die zijn de gebruikers, de ‘klanten’ in het onderwijs. Zij hoeven niet neutraal te zijn.
Het GO! vraagt dat de zaak vanwege haar fundamentele karakter behandeld wordt door de algemene vergadering van de Raad van State. Dat zou betekenen dat zowel Nederlandstalige als Franstalige raadslieden er zich over zullen buigen.
Grond van de zaakStefan Sottiaux en Joos Roets, advocaten van de leerlingen en de vzw Baas Over Eigen Hoofd (BOEH!), zijn tevreden met het advies. ‘Na vijf jaar wordt er eindelijk naar de grond van de zaak gegaan. Het gaat nu over grondwettelijke rechten op godsdienst en op vrije meningsuiting.’ Samira Azabar van BOEH! reageert opgetogen. ‘Wij zijn er altijd in blijven geloven en wilden zelfs naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens trekken’, zegt ze. ‘Het zal nu wellicht niet nodig zijn. Dit advies geeft alle meisjes weer hoop.’
Bij de vorige behandeling voor de Raad van State werd de zaak onontvankelijk verklaard, onder meer omdat de leerling die de zaak aanhangig had gemaakt inmiddels het GO! verlaten had. In februari vorig jaar herbevestigde het GO! het verbod. Het is sinds september overal in de scholen van het GO! van kracht. Het geldt voor leerlingen, leerkrachten en personeel. De enige uitzondering vormen de godsdienstles en activiteiten die met de godsdienstles verband houden. Ook leerkrachten zijn overigens naar de Raad van State getrokken om het verbod aan te vechten. Het GO! had tot de maatregel beslist omdat het merkte dat meisjes een school kozen omdat ze er hun hoofddoek mochten dragen, niet vanwege het aangeboden onderwijs.
Tom Ysebaert