Elien Van Wynsberghe voor Gazet van Antwerpen, 18 mei 2022

Antwerpen, Borgerhout – Enkele leerlingen van het Borgerhoutse Xaveriuscollege namen op de Internationale Dag tegen Racisme en Transfobie aanstoot aan de regenboogvlag die op de speelplaats was opgehangen en verwijderden die. “Een reactie die ergens te begrijpen is”, menen theatermaker, muzikant en LGTBQ+-activist Jaouad Alloul, diversiteitsexpert Moussa Don Pandzou en Samira Azabar van het feministisch en antiracistisch actieplatform BOEH!. Ze proberen die reactie te kaderen. “Er worden in onze samenleving twee maten en twee gewichten gehanteerd.”

Het initiatief om op de speelplaats een regenboogvlag te hangen, kwam van een leerkracht en enkele leerlingen. “Het was een goedbedoeld initiatief, maar helaas verder niet gekaderd of voorbereid tijdens de les”, zei schooldirecteur Alex Peeters.

“Ik denk dat het vooral daar is misgelopen”, zegt Jaouad Alloul die met de theatervoorstelling De Meisje , een monoloog over zelfaanvaarding en geaardheid, ook heel wat scholen bezocht. “Er is helemaal niets mis met het ophangen van een regenboogvlag. Maar men is hier wel meteen overgegaan tot actie. Scholen denken vaak: een kus op de wonde en het is opgelost. Dat klopt niet. Je moet hier heel veel over praten. Aanvaarding kan je niet dwingen.”

Het is een onderwerp dat een gevoelige snaar raakt. Het gaat over mensenrechten en over discriminatie. Over jezelf kunnen zijn.
Overal. “En dan trekken veel jongeren naar hun gevoel aan het kortste eind”, aldus Alloul. “Want vandaag is discriminatie naar moslims toe nog altijd erg aanwezig in onze samenleving. Tegelijkertijd heb je in de politiek de tendens om homo’s te knuffelen. Ik denk dat daar het probleem zit. De LGTBQ+-rechten zijn erg belangrijk. Maar dat zijn mensenrechten in het algemeen ook. En dat er discriminatie naar moslims toe is, moet erkend worden. Pas dan gaan bepaalde jongeren zich gehoord voelen.”

Twee maten, twee gewichten

Er is te weinig participatief toegewerkt naar de Dag tegen Homofobie en Transfobie (IDAHOT) op 17 mei, stelt ook diversiteitsexpert Moussa Don Pandzou. Hij werkt op dit ogenblik een traject uit rond cultuurbotsingen in het onderwijs. “Scholen staan open voor onze huidige tijdgeest. Gaat het over dekolonisatie, dan wordt Congo in de schoolboeken opgenomen. Maar er is nog een andere realiteit, namelijk dat sommige groepen zich niet thuisvoelen in het onderwijs. Dat is nefast. We leven in een dynamische samenleving en sommige jongeren merken dat de LGTBQ+-vlag makkelijker ingeburgerd geraakt binnen de schoolcontext dan de vrije keuze voor het dragen van een hoofddoek.”

Het argument dat genderdiversiteit aangeboren is en religie een keuze is, veegt Samira Azabar van BOEH! (Baas over Eigen Hoofd) meteen van tafel. “Dat is een valse discussie. Mensenrechtenprincipes vertrekken vanuit het waarborgen van keuzevrijheid of het nu over religie, genderdiversiteit of seksuele diversiteit gaat. Juristen hebben zich daar al zo vaak over uitgesproken. Het recht op vrijheid en het zelfbeschikkingsrecht zouden we in de democratie waarin we leven allemaal moeten onderschrijven. In de praktijk ontneemt men moslims deze rechten.”

Samengevat: “Er worden twee maten en twee gewichten gehanteerd”, meent Pandzou. “Als je over discriminatie praat, moet je over alle vormen van discriminatie praten.” En dan kreeg BOEH! de afgelopen dagen verschillende mails van schoolgaande moslimmeisjes in het kader van IDAHOT. “Vanuit enkele scholen werd hen gevraagd om naar aanleiding van die dag iets paars te dragen”, legt Azabar uit. “Ze zeiden: ‘We ondersteunen dat idee, want we weten wat het is om gediscrimineerd te worden. Maar tegelijkertijd ervaren wij uitsluiting op school omdat wij hier geen hoofddoek mogen dragen. Ook wij worden niet erkend in wie we zijn.’” De jongeren gingen uiteindelijk met een paarse button van BOEH! op hun boekentas naar school.

“Ik snap dat het gegeven ‘twee maten en twee gewichten’ hard binnenkomt bij jongeren”, zegt Azabar. “Men wil dat jongeren zich
ontwikkelen tot kritische burgers. Men is voor keuzevrijheid. Maar toch ervaren moslimmeisjes uitsluiting en blijkbaar vindt iedereen dat oké, getuige het hoofddoekenverbod dat in nagenoeg elke school van kracht is. Wat beschouwen we als discriminatie en wat niet?”

De regenboogvlag, provocatie?

En wat dan met de regenboogvlag an sich? “Ze (de jongeren in kwestie, red.) zien dit symbool van de holebigemeenschap als een
belediging voor de moslimgemeenschap”, zei directeur Alex Peeters. “Dat heb ik al heel dikwijls gehoord”, zegt Jaouad Alloul. “Veel
moslimjongeren zien de regenboogvlag als provocatie, als respectloos naar hun religie toe. Die mening volg ik niet. Respect gaat twee richtingen uit. En we leven nog altijd in een land waar homoseksualiteit aanvaard wordt en waarin de LGTBQ+-gemeenschap rechten heeft. Maar ik ben als moslim opgegroeid, ik begrijp de leefwereld van deze jongeren. Ik denk dat daar voor veel scholen de uitdaging ligt: het begrijpen van die leefwereld, van de manier waarop religie gepraktiseerd wordt. En dan in dialoog gaan.”

“Er is gewoon een gebrek aan info. Gaat het over gender en gendergelijkheid, dan weten veel jongeren eigenlijk niet waarover het
gaat. Ze krijgen flarden mee uit de media en daar stopt het”, merkt Pandzou op. “Dat geldt zelfs niet alleen voor jongeren. Vorig jaar had de stad Mechelen een regenboogvlag opgehangen aan de Sint-Romboutstoren. Daar kwam reactie op vanuit de christelijke Assyrische gemeenschap. Zij vonden dat die vlag daar geen plek had. Ze konden dat niet kaderen omdat niemand daar met hen over in gesprek was gegaan. Het gaat dus breder dan jongeren en moslims alleen.”